Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
blinken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
blinken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
blinken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
blinken is hier. De definitie van het woord
blinken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
blinken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘stralen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1461 [1]
blinken
- absoluut in opvallende mate licht weerkaatsen of uitzenden
- Het duin blonk in het felle zonlicht.
- De nieuwe auto staat te blinken in het zonlicht.
- Het is niet al/alles goud wat er blinkt
Dingen zijn vaak niet zo mooi als ze op het eerste gezicht lijken
1. in opvallende mate licht weerkaatsen of uitzenden
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|
blinken
- blinken, glanzen, schitteren
- «Die frisch geputzten Felgen blinken in der Sonne.»
- De goed schoongemaakte velgen blinken in de zon.
- knipperen
- «Er blinkt mit den Augen.»
- Hij knippert met zijn ogen.
- «Der Kopflamp blinkte.»
- De koplamp knipperde.
blinken, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van blink
blinken, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van blink