10 Resultaten gevonden voor "breid".

breid uit

Geluid:  breid uit    (hulp, bestand) breid uit uit breid (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan breid uit eerste persoon enkelvoud...


breid in

Geluid:  breid in    (hulp, bestand) breid in uit breid (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan breid (...) in eerste persoon enkelvoud...


breidde in

Geluid:  breidde in    (hulp, bestand) breid·de in uit breidde (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan breidde (...) in enkelvoud...


breidden in

Geluid:  breidden in    (hulp, bestand) breid·den in uit breidden (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan breidden (...) in meervoud...


breidden uit

woorden staan breidden (…) uit meervoud verleden tijd van uitbreiden Wij breidden uit.  Jullie breidden uit.  Zij breidden uit.  Het woord breidden uit staat...


breidde uit

Geluid:  breidde uit    (hulp, bestand) breid·de uit uit breidde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan breidde uit enkelvoud verleden...


breide

Geluid:  breide    (hulp, bestand) brei·de breide enkelvoud verleden tijd van breien Ik breide.  Jij breide.  Hij, zij, het breide.  Het woord breide staat...


breiden

Geluid:  breiden    (hulp, bestand) IPA: /ˈbrɛidə(n)/ brei·den breiden meervoud verleden tijd van breien Wij breiden.  Jullie breiden.  Zij breiden.  (verouderd)...


breide in

Geluid:  breide in    (hulp, bestand) brei·de in breide in enkelvoud verleden tijd van inbreien Ik breide in.  Jij breide in.  Hij, zij, het breide in.  Het...


breide aan

Geluid:  breide aan    (hulp, bestand) brei·de aan uit breide (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan breide aan enkelvoud verleden...