bruiloft

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bruiloft. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bruiloft, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bruiloft in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bruiloft is hier. De definitie van het woord bruiloft zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbruiloft, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Bruiloft
  • brui·loft
  • In de betekenis van ‘trouwfeest’ voor het eerst aangetroffen in 1240.[1]
  • Middelnederlands bruudlocht, brūlocht, brūloft, samenstelling uit bruud ‘bruid’ en -locht ~ -loft ‘loop’, ontwikkeld uit Oergermaans *hlauf-ti-, ouder *hlaup-ti-, abstractum bij het werkwoord hlaupan- ‘lopen, dansen, rennen’; verder zie bruid, lopen.[2] Evenals Oudsaksisch brūdloht, -lōft (Middelnederduits brūtlacht), Duits (verouderd en gewestelijk) Brautlauf en Fries brulloft; daarnaast staan Oudengels brȳdhlop en Oudnoords brúðhlaup, bruðlaup, brullaup, beide met *hlaupa- ‘loop’.
enkelvoud meervoud
naamwoord bruiloft bruiloften
verkleinwoord bruiloftje bruiloftjes

de bruiloftv / m

  1. feestelijke gelegenheid waarbij twee personen in de echt verenigd worden
    • De uitgever van het Duitse boulevardblad Bild zei ooit: ‘Als je met ons in de lift omhoog gaat, ga je ook mee met de lift naar beneden.’ Zo werkt dat in ons vak: we zijn op je bruiloft, maar ook op je begrafenis. Als je bekend wordt, dan weet je: het hoort er gewoon bij. Dus werk je er gewoon een beetje aan mee.”[3] 
     Ik bleef nog een tijdje languit in het gras liggen om de tekst die ze mij had voorgelezen tot me door te laten dringen. Ik had het hoofdstuk over het huwelijk uit De profeet al vaker gehoord tijdens bruiloften, voorgelezen door een trotse oom of vader.[4]
     Toen hij hem verbaasd omhooghield veranderde de stemming snel, de anderen lachten, klapten in hun handen en feliciteerden hem met de bruiloft binnen een jaar.[5]
  2. gedenkfeest van een huwelijk
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]
  1. "bruiloft" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. bruiloft op website: Etymologiebank.nl
  3. Wilfred Takken NRC 10 juni 2016
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be