Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
budget. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
budget, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
budget in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
budget is hier. De definitie van het woord
budget zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
budget, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het budget o
- (financieel) raming van inkomsten en uitgaven
- (financieel) hoeveelheid (geld)middelen die men voor iets kan of wil gebruiken
- Het arme gezin moest leven met een krap budget.
- ▸ Thru-hikers leven in de maatschappij – off-trail – vaak op een strak budget, verdienen geld met seizoenswerk of worden zelfstandig ondernemer.[4]
- (financieel) hoeveelheid (geld)middelen die voor iets is gebruikt
- Hoeveel is het budget van deze filmproductie.
- ▸ Het digitale aanvraagloket ging vrijdag rond 10.00 uur open. De animo was zeer groot, waardoor wachttijden ontstonden. Kort na 12.00 uur was er al geen budget meer te krijgen, terwijl er nog wel mensen in de wachtrij stonden.[5]
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[6]
|
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ budget op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "budget" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “STAP-budget al binnen 2,5 uur op door stortvloed aan aanvragen” (01 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
budget
- (financieel): begroting, budget
budget
- onovergankelijk, (financieel) in een begroting opnemen
- overgankelijk, (financieel) begroten, budgeteren
budget monbezield
- (financieel) begroting, budget