buideldieren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord buideldieren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord buideldieren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je buideldieren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord buideldieren is hier. De definitie van het woord buideldieren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbuideldieren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bennettwallaby (Macropus rufogriseus)
  • (IPA in voorbereiding)
  • bui·del·die·ren
enkelvoud meervoud
naamwoord buideldieren
verkleinwoord

de buideldierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buideldier
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een infraklasse Marsupialia op Wikispecies van zoogdieren waarvan de vrouwtjesdieren twee baarmoeders hebben. Vaak, maar lang niet altijd, bezitten vrouwtjesdieren een buidel. Deze buidel is een soort huidplooi, waarin de tepels van het dier liggen en waar het jong in wordt gedragen. De meeste buideldieren komen voor in Australië, Nieuw-Guinea en oostelijk Indonesië. Drie families, waaronder de buidelratten, komen enkel voor in de Nieuwe Wereld.