busschutter

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord busschutter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord busschutter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je busschutter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord busschutter is hier. De definitie van het woord busschutter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbusschutter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een busschutter schiet met zijn haakbus.
  • bus·schut·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord busschutter busschutters
verkleinwoord - -

de busschutterm

  1. (militair) (geschiedenis) soldaat bewapend met een primitief vuurwapen
      Verder richtte hij in 1471 - wederom naar het voorbeeld, 25 jaren vroeger door Karel VII van Frankrijk gegeven - zijn ‘benden van ordonnantie’ in, een goed betaald staand leger van ruiters en voetknechten, allen vrijwilligers, vooral uit den Nederlandschen adel getrokken. Deze benden waren verdeeld in ‘compagnieën’, die weder in tien ‘dizaines’ vervielen; de ‘dizaine’ omvatte 2 ‘chambres’, de ‘chambre’ zes ‘lansen’, de ‘lans’ drie ruiters en zes voetknechten; van de ruiters was er een ‘homme d'armes’, een page en een knaap, de voetknechten waren drie boogschutters, een armborstschutter, een busschutter en een piekenier.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 mei 2021 Weblink bron
    P.J. Blok
    “Geschiedenis van het Nederlandsche volk. Deel 1.”, 3e druk (1923), A.W. Sijthoff, Leiden, p. 552