Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
cashflow. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
cashflow, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
cashflow in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
cashflow is hier. De definitie van het woord
cashflow zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
cashflow, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘netto winst plus afschrijvingen’ voor het eerst aangetroffen in 1975 [1]
- van het Engels samenstelling van cash en flow [2]
de cashflow m
- (economie) de in- en uitstroom van liquide middelen
- ▸ De cashflow die hiermee is gemoeid, loopt in de miljarden euro's.[3]
- ▸ Jezus! Waren ze plotseling allemaal miljonair? Wat verder de behoefte aan cashflow betrof, vervolgde directeur Solveig de presentatie met onverstoorbaar zelfvertrouwen, werden natuurlijk alle huurinkomsten overgeheveld naar rentekosten en herstelwerkzaamheden om het bedrijf niet te belasten met onnodige belastinguitgaven.[4]
92 % |
van de Nederlanders;
|
89 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- ↑ "cashflow" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cashflow op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be