vervoeging van de bedrijvende vorm van consulteren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | consulteren | te consulteren | ||||||||
toekomend | zullen consulteren | te zullen consulteren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geconsulteerd | te hebben geconsulteerd | ||||||||
toekomend | geconsulteerd zullen hebben | geconsulteerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
consulterend | geconsulteerd | ev. consulteer |
mv. verouderd consulteert |
consultere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | consulteer | consulteert | consulteert | consulteert | consulteert | consulteren | consulteren | consulteren | |||
verleden (o.v.t.) | consulteerde | consulteerde | consulteerde | consulteerde | consulteerde | consulteerden | consulteerden | consulteerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal consulteren | zult/zal consulteren | zult/zal consulteren | zult consulteren | zal consulteren | zullen consulteren | zullen consulteren | zullen consulteren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou consulteren | zou consulteren | zou(dt) consulteren | zoudt consulteren | zou consulteren | zouden consulteren | zouden consulteren | zouden consulteren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geconsulteerd | hebt geconsulteerd | hebt/heeft geconsulteerd | hebt geconsulteerd | heeft geconsulteerd | hebben geconsulteerd | hebben geconsulteerd | hebben geconsulteerd | |||
verleden (v.v.t.) | had geconsulteerd | had geconsulteerd | had geconsulteerd | hadt geconsulteerd | had geconsulteerd | hadden geconsulteerd | hadden geconsulteerd | hadden geconsulteerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geconsulteerd hebben | zal/zult geconsulteerd hebben | zult/zal geconsulteerd hebben | zult geconsulteerd hebben | zal geconsulteerd hebben | zullen geconsulteerd hebben | zullen geconsulteerd hebben | zullen geconsulteerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geconsulteerd hebben | zou geconsulteerd hebben | zou/zoudt geconsulteerd hebben | zoudt geconsulteerd hebben | zou geconsulteerd hebben | zouden geconsulteerd hebben | zouden geconsulteerd hebben | zouden geconsulteerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geconsulteerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geconsulteerd | er is geconsulteerd | |||||||||
verleden | er werd geconsulteerd | er was geconsulteerd | |||||||||
toekomend | er zal geconsulteerd worden | er zal geconsulteerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geconsulteerd worden | er zou geconsulteerd zijn | |||||||||
lijdende vorm geconsulteerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geconsulteerd worden | geconsulteerd te worden | ||||||||
toekomend | geconsulteerd zullen worden | geconsulteerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geconsulteerd zijn | geconsulteerd te zijn | ||||||||
toekomend | geconsulteerd zullen zijn | geconsulteerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geconsulteerd | wordt geconsulteerd | wordt geconsulteerd | wordt geconsulteerd | wordt geconsulteerd | worden geconsulteerd | worden geconsulteerd | worden geconsulteerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geconsulteerd | werd geconsulteerd | werd geconsulteerd | werdt geconsulteerd | werd geconsulteerd | werden geconsulteerd | werden geconsulteerd | werden geconsulteerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geconsulteerd worden | zult geconsulteerd worden | zult geconsulteerd worden | zult geconsulteerd worden | zal geconsulteerd worden | zullen geconsulteerd worden | zullen geconsulteerd worden | zullen geconsulteerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geconsulteerd worden | zou geconsulteerd worden | zou/zoudt geconsulteerd worden | zoudt geconsulteerd worden | zou geconsulteerd worden | zouden geconsulteerd worden | zouden geconsulteerd worden | zouden geconsulteerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geconsulteerd | bent geconsulteerd | bent/is geconsulteerd | zijt geconsulteerd | is geconsulteerd | zijn geconsulteerd | zijn geconsulteerd | zijn geconsulteerd | |||
verleden (v.v.t.) | was geconsulteerd | was geconsulteerd | was geconsulteerd | waart geconsulteerd | was geconsulteerd | waren geconsulteerd | waren geconsulteerd | waren geconsulteerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geconsulteerd zijn | zult geconsulteerd zijn | zult geconsulteerd zijn | zult geconsulteerd zijn | zal geconsulteerd zijn | zullen geconsulteerd zijn | zullen geconsulteerd zijn | zullen geconsulteerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geconsulteerd zijn | zou geconsulteerd zijn | zou/zoudt geconsulteerd zijn | zoudt geconsulteerd zijn | zou geconsulteerd zijn | zouden geconsulteerd zijn | zouden geconsulteerd zijn | zouden geconsulteerd zijn |