dobbelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dobbelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dobbelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dobbelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dobbelen is hier. De definitie van het woord dobbelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandobbelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dob·be·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dobbelen
dobbelde
gedobbeld
zwak -d volledig

dobbelen

  1. inergatief (spel) het spelen van een kansspel door het werpen van dobbelstenen, vaak om geld
    • Er werd grof gedobbeld door de dronken mannen. 
  2. inergatief (verouderd) gepaard zijn, een paar vormen
     Kiest er mij daar een meisken. Twijn, twijn, dobbelen twijn. De meiskens moeten gedobbeld zijn.[5]
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[6]