domein

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord domein. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord domein, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je domein in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord domein is hier. De definitie van het woord domein zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandomein, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • do·mein
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gebied’ voor het eerst aangetroffen in 1602 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord domein domeinen
verkleinwoord domeintje domeintjes

het domeino

  1. gebied waarin iets of iemand het voor het zeggen heeft (bijv. staatsdomein)
     Voor degenen die Aviceford Manor niet kennen: het is het kleinste van de drie landgoederen op de uitgestrekte domeinen van Ellis Abbey. Abdis Elfilda (inderdaad, de peettante van prinses Elfilda) had Emont Vis-de-Loup, de jongste zoon van lord Henry Vis-de-Loup, de vierde baron van Wilston, aangesteld als ambachtsheer van Aviceford.[3]
  2. gebied waarin mensen gewoon zijn te vertoeven
    • Twente is het domein van de Tukkers. 
  3. geestelijk gebied
    • In het domein van de discrete wiskunde is hij een kei, maar verder weet hij niet veel. 
     De stemmen waren er nog steeds, maar ergens onderweg van de slaapkamer naar de bank had haar geest enigszins houvast op haar eigen domein kunnen krijgen.[4]
  4. (informatica) een groep computers in een netwerk met een gezamenlijk adres, bijv. een e-mailadres
  5. (natuurkunde) (elektrotechniek) gebied met een bepaalde dimensie (tijd, frequentie)
  6. domeinnaam
  7. (biologie) een taxon dat bestaat uit een of meer rijken
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]