doorloop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord doorloop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord doorloop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je doorloop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord doorloop is hier. De definitie van het woord doorloop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandoorloop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

(klemtoonhomogram)

  • door·loop
enkelvoud meervoud
naamwoord doorloop doorlopen
verkleinwoord doorloopje doorloopjes

de dóórloopm

  1. het in zijn geheel zonder onderbreking doornemen van een toneel- of muziekstuk.
    • We hebben gisteren een eerste doorloop van het stuk gedaan, waaruit bleek dat er nog veel te verbeteren valt. 
  2. (medisch) diarree
  3. doorgang, gangpad
vervoeging van
doorlopen

dóórloop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
    • ... dat ik dóórloop. 
vervoeging van
doorlopen

doorlóóp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
    • Ik doorloop. 
  2. gebiedende wijs van doorlopen
    • Doorloop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
    • Doorloop je? 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]