droom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord droom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord droom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je droom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord droom is hier. De definitie van het woord droom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandroom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
De droom van Jacob: de ladder naar de hemel waarop engelen naar boven en naar beneden klommen
  • droom
  • In de betekenis van ‘voorstelling in de slaap’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord droom dromen
verkleinwoord droompje droompjes

de droomm

  1. beelden die men ziet wanneer men slaapt
    • Hij had een enge droom over draken en reuzen. 
  2. (figuurlijk) beelden die niet op waarheid berusten
     Hier was de tijd blijven zweven in melancholie en heimwee naar de droom van een schaduw van een rinkelend verleden.[3]
  3. een gedachte waarvan met graag had gehad dat ze werkelijkheid werd
    • Het hebben van een Porsche was altijd haar grote droom geweest. 
     Hier was de tijd blijven zweven in melancholie en heimwee naar de droom van een schaduw van een rinkelend verleden.[3]
     Allemaal dromers die hun dromen waarmaakten.[4]
  • Dromen zijn bedrog
  • Iemand uit de droom helpen
Iemand een mooie illusie ontnemen
  • Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren
In de praktijk zijn er belemmeringen (bijvoorbeeld wetten) om bepaalde plannen echt te kunnen realiseren
  • Zijn droom waarmaken
vervoeging van
dromen

droom

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dromen
    • Ik droom. 
  2. gebiedende wijs van dromen
    • Droom! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dromen
    • Droom je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]


droom

  1. droom