druiper
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord druiper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord druiper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je druiper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord druiper is hier. De definitie van het woord druiper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandruiper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- drui·per
- Naamwoord van handeling van druipen met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | druiper | druipers |
| verkleinwoord | druipertje | druipertjes |
de druiper m
- (medisch) geslachtziekte veroorzaakt door de bacterie Neisseria gonorrhea
- (bouwkunde) gevelversiering, tevens bedoeld om regenwater snel af te voeren
- (bouwkunde) puntig uitlopende knop ter versiering op bijv. het kruispunt van twee gewelfribben
- (plantkunde) kroos , soort pruim
1. geslachtziekte veroorzaakt door de bacterie Neisseria gonorrhea
- Het woord druiper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "druiper" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
