drup

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord drup. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord drup, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je drup in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord drup is hier. De definitie van het woord drup zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandrup, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • drup
enkelvoud meervoud
naamwoord drup druppen
verkleinwoord drupje drupjes

de drupm

  1. druppel
    • Uit de kraan komt geen drup. 
  2. het vallen van druppels
    • Hoewel het gestopt was met regenen, zorgde de drup van de bomen ervoor dat we kletsnat thuis kwamen. 
  • van de regen in de drup
vervoeging van
druppen

drup

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van druppen
    • Ik drup. 
  2. gebiedende wijs van druppen
    • Drup! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van druppen
    • Drup je? 
98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be