economie

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord economie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord economie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je economie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord economie is hier. De definitie van het woord economie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneconomie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

1. economie (Laffer-curve)

Nederlands

Uitspraak

Geluid: economie (hulp, bestand)
IPA: / ˌekonoˈmi / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

eco·no·mie

Woordherkomst en -opbouw

Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zuinigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1793 ^[1]
met het voorvoegsel eco- met het achtervoegsel -nomie ^[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	economie	economieën
verkleinwoord	economietje	economietjes

Zelfstandig naamwoord

de economie v

(wetenschap) de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
- Ik had een onvoldoende voor economie, maar mocht toch naar de volgende klas.
(economie), de economische praktijk ofwel het geheel van productie, handelsverkeer en diensten binnen een bepaalde regio
- De economie loopt in dat land al jaren slecht.
(economie), het economisch systeem ofwel de wijze waarop de economische praktijk is ingericht
Zuinigheid

Synoniemen

Verwante begrippen

economisch, economisch, econoom

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Verwante begrippen

Vertalingen

1. de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten

Duits: Wirtschaftswissenschaft ^(de) v
Engels: economics ^(en)

Frans: sciences économiques ^(fr) v
Italiaans: economia ^(it) v

2. het geheel van productie, handelsverkeer en diensten binnen een bepaalde regio

Arabisch: إقتصاد ^(ar) (iqtiʂād)
Chinees: 經濟 ^(zh)/ 经济 ^(zh) (jīng jì)
Deens: økonomi ^(da) g
Duits: Wirtschaft ^(de) v, Ökonomie ^(de) v
Engels: economy ^(en)
Estisch: majandus ^(et)
Faeröers: búskapur ^(fo) m
Frans: économie ^(fr) v
Grieks: οικονομία ^(el) (ikonomía) v
Ido: ekonomi ^(io)
Italiaans: economia ^(it) v
Japans: 経済 ^(ja) ( けいざい ^(ja), keizai)

Koerdisch: aborî ^(ku) v, ekonomî ^(ku) v, îqtisad ^(ku) v, ئابووری ^(ku)
Koreaans: 경제 ^(ko) (gyeongje)
Latijn: oeconomia ^(la), œconomia ^(la) v
Noors: økonomi ^(no)
Pools: ekonomia ^(pl) v
Portugees: cheap: econômico ^(pt) m; science: economia ^(pt) v
Russisch: экономика ^(ru) (ekonómika) v
Servisch: ekonomija ^(sr)
Spaans: economía ^(es) v
Tsjechisch: hospodářství ^(cs) o
Turks: ekonomi ^(tr)
Zweeds: ekonomi ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord economie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "economie" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zie Wikiquote voor meer informatie.

Verwijzingen

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot