eigentijds

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eigentijds. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eigentijds, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eigentijds in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eigentijds is hier. De definitie van het woord eigentijds zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneigentijds, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ei·gen·tijds
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eigentijds eigentijdser eigentijdst
verbogen eigentijdse eigentijdsere eigentijdste
partitief eigentijds eigentijdsers -

eigentijds [1]

  1. behorend tot de periode waarin iets speelt, contemporain
  2. behorend tot het heden
    • Henk Bezemer was een eigentijdse uitvoering van captain Joshua Slocum, de Amerikaan die als eerste in een zelfgebouwd zeiljacht, de Spray, tussen 1895 en 1898 alleen de wereld rondde. Net als Slocum was Bezemer een zeiler die de basics van het zeilen tot in zijn vingertoppen beheerste; een bescheiden zeeman overtuigd van zijn eigen kunnen. [2] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Joost van der Vaart 28 oktober 2016 NRC
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be