Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
elk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
elk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
elk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
elk is hier. De definitie van het woord
elk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
elk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
elk
- alle afzonderlijk
- Je kunt niet op elke slak zout leggen.
- ▸ Ondanks de prachtige omgeving keek ik bij elk geluid toch wat schichtig achterom. Het was even wennen om helemaal alleen door de uitgestorven woestijn te lopen, maar toch raakte ik geleidelijk in een ritme.[2]
- ▸ Ze maakten uitgebreid filmpjes en juichten bij elke donderslag terwijl ik juist dieper in mijn slaapzak kroop. Ik voelde me klein en uiterst kwetsbaar.[2]
- ieder mens afzonderlijk
- geeft aan dat een telwoord als verdelingsgetal bedoeld is
- Hij gaf de kinderen twee appels elk.
- Elk huisje heeft z'n kruisje.
ieder gezin heeft eigen zorgen en problemen
- Elk meent z'n uil een valk te zijn.
een ouder meent dat diens eigen kinderen beter/slimmer/etc. zijn dan andermans kinderen
- Elk schot is geen eendvogel.
niet iedere poging of alles wat je doet is succesvol
voor iedereen is er wat te vinden
- Elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar.
als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar
- Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
men moet zich niet zorgen maken over de toekomst
- Elke gek heeft zijn gebrek.
er valt op iedereen wel iets aan te merken
- Elke ketter heeft zijn letter.
ieder denkt dat de eigen mening bewezen kan worden
- Elke medaille heeft een keerzijde.
iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant
- elk vogeltje zingt zoals het gebekt is
ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden
- Op elk potje past een dekseltje.
bij iedereen en alles past wel iemand of iets
|
|
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- ↑ "elk" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
elk
- (evenhoevigen) (Brits) eland Alces alces
- «We saw two elk at the shore of the Swedish lake.»
- We zagen twee elanden aan de oever van het Zweedse meer.
- (evenhoevigen) wapiti, Cervus canadensis
- «The indians hunted for elk.»
- De indianen joegen op wapiti's.