elk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord elk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord elk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je elk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord elk is hier. De definitie van het woord elk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanelk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • elk
naamwoord
onverbogen elk
verbogen elke
  • In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]

elk

  1. alle afzonderlijk
    • Je kunt niet op elke slak zout leggen. 
     Ondanks de prachtige omgeving keek ik bij elk geluid toch wat schichtig achterom. Het was even wennen om helemaal alleen door de uitgestorven woestijn te lopen, maar toch raakte ik geleidelijk in een ritme.[2]
     Ze maakten uitgebreid filmpjes en juichten bij elke donderslag terwijl ik juist dieper in mijn slaapzak kroop. Ik voelde me klein en uiterst kwetsbaar.[2]
  2. ieder mens afzonderlijk
    • Melk is goed voor elk. 
  3. geeft aan dat een telwoord als verdelingsgetal bedoeld is
    • Hij gaf de kinderen twee appels elk. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
elk elk

elk

  1. (evenhoevigen) (Brits) eland Alces alces op Wikispecies
    «We saw two elk at the shore of the Swedish lake.»
    We zagen twee elanden aan de oever van het Zweedse meer.
  2. (evenhoevigen) wapiti, Cervus canadensis op Wikispecies
    «The indians hunted for elk
    De indianen joegen op wapiti's.