Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
erom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
erom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
erom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
erom is hier. De definitie van het woord
erom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
erom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
(scheidbaar)
erom
- persoonlijk *om+het, *om+ze: om de reden,
- Hij heeft het erom gedaan.
- Hij probeerde een 1 aprilgrap uit te halen, maar niemand moest erom lachten.
- Het gaat erom dat „bekende overlastgevers” binnen blijven, aldus Dijkhoff. Hij heeft hierover maandag met burgemeesters gesproken, zei hij in het radioprogramma Dit is de Dag. [1]
- ▸ ‘Denk erom hè… Geen haast,’ riep hij me na terwijl ik naar de grensmuur liep om mijn hand op het koude ijzer te leggen en mezelf moed in te praten: ‘veilig thuiskomen’.[2]
94 % |
van de Nederlanders;
|
86 % |
van de Vlamingen.[3]
|