Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
fade. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
fade, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
fade in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
fade is hier. De definitie van het woord
fade zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
fade, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de fade v / m
- geleidelijk verandering van geluidssterkte of belichting
- (filmkunst) geleidelijk, met een tijdelijke vervaging, in elkaar overvloeien van beelden
- ▸ In de loop van de filmgeschiedenis maken regisseurs steeds minder gebruik van zachte overgangen zoals de fade en de overvloeier: men kreeg het gevoel dat gewone cuts ook op een vloeiende en coherente manier overgangen tussen scènes konden aanduiden.[1]
- ▸ Aan het einde van het vierde hoofdstuk van Oude verf, de jongste roman van Pjeroo Roobjee, droomt de hoofdpersoon, de 109-jarige maar nog zeer kwieke Clothaire Decreus, van een karakter-speler van de KVS, wiens gestalte zoals bij een fade verwazigt en verandert in die van een man die ziek in bed ligt en daar in dikke boeken, woordenboeken en delen van een encyclopedie bladert.[2]
- (sport) (golf) geslagen bal die licht naar rechts afbuigt
Bij linkshandige spelers: een bal die licht naar links afbuigt.
- ▸ Toen golfster en drievoudig majorwinnares Nancy Lopez werd gevraagd hoe ze bij haar afslag kon afwisselen tussen een fade (voor rechtshandige spelers een bal die van links naar rechts draait) en een draw (andersom), antwoordde ze: 'Ik denk gewoon “fade”, of ik denk “draw”.[3]
fade
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faden
- gebiedende wijs van faden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faden
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
fade
- zonder aantrekkingskracht of overtuiging
- ▸ Hij is patriciër, en rijk, heeft een meesterstitel, bezit een volbloedschimmel, maar is geestelijk in alle opzichten Alberts mindere. Hij treedt wel zelfverzekerd op, maar hij maakt fade complimenten, en voelt maar oppervlakkig.[4]
52 % |
van de Nederlanders;
|
50 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Continuïteitsmontage” op anatomievandefilm.be
- ↑ Weblink bron Kroniek : Pjeroo Roobjee schreef een koffietafelroman in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 143 nr. 1 (februari 1998), Uitgeverij Peeters, Leuven, p. 128
- ↑ Weblink bron
David Papineau (vert. Wybrand Scheffer)
“De regels van het spel: wat sport ons kan leren over filosofie (en wat filosofie ons kan leren over sport)” (2018), Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789045035932, hfst. 1
- ↑ Weblink bron
Jacob Smit
“Leven en werken van E.J. Potgieter 1808-1875.”, 2de druk (1983), Martinus Nijhoff, Leiden, ISBN 90 247 9121 9, p. 139
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Geluid: fade (hulp, bestand)
- Leenwoord uit Frans fade.
fade
- zouteloos;
- (figuurlijk) waar alle belangwekkendheid aan ontbreekt
fade
- verdwijning, vervaging
fade
- onovergankelijk geleidelijk aan verdwijnen, vervagen
- «A fading memory.»
- Een vervagende herinnering.
- overgankelijk doen/laten verdwijnen, wegmaken
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- flauw, zouteloos, hebbende kraak noch smaak
- flauw, bleek, saai, slap