Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
fluim. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
fluim, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
fluim in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
fluim is hier. De definitie van het woord
fluim zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
fluim, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoeveelheid slijm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
het fluim o
- vocht dat in de mond vloeit uit de speekselklieren
1. vocht dat in de mond vloeit uit de speekselklieren
fluim
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fluimen
- gebiedende wijs van fluimen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fluimen
91 % |
van de Nederlanders;
|
96 % |
van de Vlamingen.[2]
|