Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
gebroken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
gebroken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
gebroken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
gebroken is hier. De definitie van het woord
gebroken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
gebroken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
gebroken
- voltooid deelwoord van breken
- vormt de voltooide tijden
- Hij had het vaasje gebroken.
- ▸ Hij had meerdere ribben gebroken en had maanden moeten revalideren.[1]
- vormt de lijdende vorm
- De ruit werd weer door kwajongens gebroken.
na een kil begin is men vriendelijk tegen elkaar
gebroken [2]
- door breuk beschadigd of door breken bewerkt
- Het gebroken glas werd opgeruimd.
- als door aandoening of gebrek in slechte staat verkerend
- Hij antwoordde in gebroken Nederlands
- een onderbreking vertonend
- Door de verhuizing hadden zijn kinderen een gebroken schooljaar.
- (figuurlijk)lichamelijk of geestelijk uitgeput
- Gebroken en gedesillusioneerd trok hij zich terug.
- Al die jaren heeft ze iets duisters gehad, iets gebrokens.[3]
het gebroken o
- (wiskunde) (verouderd) breuk
- Om aldus eene geheele hoeveelheid welke met een gebroken vervoegd is, tot één gebroken te brengen, vermenigvuldigt met de geheel hoeveelheid door den noemer van het gebroken, en voegt het beloop by den teller van het gebroken. [4]
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[5]
|