geloofsverzaker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geloofsverzaker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geloofsverzaker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geloofsverzaker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geloofsverzaker is hier. De definitie van het woord geloofsverzaker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeloofsverzaker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·loofs·ver·za·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord geloofsverzaker geloofsverzakers
verkleinwoord - -

de geloofsverzakerm

  1. (religie) iemand die niet meer leeft volgens de regels van het kerkgenootschap waartoe hij behoort
    • Hij wees op de grote zonde begaan door degenen die spijt de vermaning van hun geestelijke overheid bleven volharden in hun verstoktheid en als onderwijzer in de school zonder God hun hemeltergend werk voortzetten: ‘Een moord, zei hij, is een grote misdaad, maar het is een groter misdaad de ziel te vermoorden dan het lichaam. En welke ziel, beminde kristenen? De ziel van onschuldige kinderen. Men moet een afvallige, een geloofsverzaker zijn om dergelijke euveldaad te begaan. En dat doen degenen die katechismus onderwijzen zonder er door de kerk mee belast te zijn. [1]