geweest

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geweest. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geweest, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geweest in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geweest is hier. De definitie van het woord geweest zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeweest, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·weest
vervoeging van: zijn…
verbogen vorm: geweeste

geweest

  1. voltooid deelwoord van zijn
  2. vormt de voltooide tijden
     Na een lange beklimming stond ik uitgeput boven op Mount Whitney. De hele dag was het vriendelijk en rustig weer geweest, maar nu kwam er vanaf de andere kant van de berg een zwaar onweer op me af dat om de paar seconden fel oplichtte.[1]
  • Het deelwoord wordt niet als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Daartoe gebruikt men gewezen.
  • op geweest zijn voor een examen
vervoeging van: wezen…
verbogen vorm: geweeste

geweest

  1. voltooid deelwoord van wezen
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia