groep

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord groep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord groep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je groep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord groep is hier. De definitie van het woord groep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangroep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groep
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verzameling’ voor het eerst aangetroffen in 1618
enkelvoud meervoud
naamwoord groep groepen
verkleinwoord groepje groepjes

Zelfstandig naamwoord

de groepv / m

  1. uit meerdere personen, dieren of eenheden bestaand geheel
    • Een groep Japanse toeristen stond volop foto's te nemen. 
     Ik voelde een immense opluchting aangezien ik dacht dat we nu veilig waren. Maar dit gevoel duurde niet lang want na een kort praatje schreef hij opeens een officiële boete uit voor de hele groep omdat het blijkbaar verboden was om boven op Mount Whitney te overnachten.
     Ik werd er ook minder dominant van, ik moest me flexibel opstellen, kreeg niet altijd mijn zin en had meer aandacht voor andere mensen die binnen groepen ook weinig zeiden.
  2. (elektrotechniek) deel van een installatie dat afzonderlijk is beveiligd
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
groepen

groep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groepen
    • Ik groep. 
  2. gebiedende wijs van groepen
    • Groep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groepen
    • Groep je? 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Gronings

Zelfstandig naamwoord

groep

  1. groep


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

groep

  1. groep