grootouder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord grootouder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord grootouder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je grootouder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord grootouder is hier. De definitie van het woord grootouder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangrootouder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • groot·ou·der
enkelvoud meervoud
naamwoord grootouder grootouders
verkleinwoord grootoudertje grootoudertjes

de grootouderm

  1. (familie) de ouder van een ouder
    • Na school ging de jongen altijd bij zijn grootouders langs. 
    paternale ~ ouder van vader
    maternale ~ ouder van moeder
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be