heide

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord heide. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord heide, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je heide in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord heide is hier. De definitie van het woord heide zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanheide, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hei·de
  • In de betekenis van ‘plant, grond met heideplant begroeid’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • erfwoord Van Middelnederlands heide, hede, van Oudnederlands *heitha, *hētha, van Germaans *haiþī, *haiþijō.
enkelvoud meervoud
naamwoord heide heides
heiden
verkleinwoord heidetje heidetjes

de heidev / m

  1. een met heidekruid begroeide vlakte
    • Zijn huis staat in het midden van een grote heide. 
  2. uitgestrekte, onbebouwde zandgrond
vervoeging van
heien

heide

  1. enkelvoud verleden tijd van heien
    • Ik heide. 
    • Jij heide. 
    • Hij, zij, het heide. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]