vervoeging van de bedrijvende vorm van hogen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | hogen | te hogen | ||||||
toekomend | zullen hogen | te zullen hogen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gehoogd | te hebben gehoogd | ||||||
toekomend | gehoogd zullen hebben | gehoogd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
hogend | gehoogd | ev. hoog |
mv. verouderd hoogt |
hoge | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | hoog | hoogt | hoogt | hoogt | hoogt | hogen | hogen | hogen | |
verleden (o.v.t.) | hoogde | hoogde | hoogde | hoogde | hoogde | hoogden | hoogden | hoogden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal hogen | zult/zal hogen | zult/zal hogen | zult hogen | zal hogen | zullen hogen | zullen hogen | zullen hogen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou hogen | zou hogen | zou(dt) hogen | zoudt hogen | zou hogen | zouden hogen | zouden hogen | zouden hogen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gehoogd | hebt gehoogd | hebt/heeft gehoogd | hebt gehoogd | heeft gehoogd | hebben gehoogd | hebben gehoogd | hebben gehoogd | |
verleden (v.v.t.) | had gehoogd | had gehoogd | had gehoogd | hadt gehoogd | had gehoogd | hadden gehoogd | hadden gehoogd | hadden gehoogd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehoogd hebben | zal/zult gehoogd hebben | zult/zal gehoogd hebben | zult gehoogd hebben | zal gehoogd hebben | zullen gehoogd hebben | zullen gehoogd hebben | zullen gehoogd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehoogd hebben | zou gehoogd hebben | zou/zoudt gehoogd hebben | zoudt gehoogd hebben | zou gehoogd hebben | zouden gehoogd hebben | zouden gehoogd hebben | zouden gehoogd hebben |