hoofdconstructeur

• Geluid:  hoofdconstructeur    (hulp, bestand)

• hoofd·con·struc·teur

• samenstelling van  hoofd zn  en  constructeur zn 

de hoofdconstructeur m

1. (beroep) voornaamste ontwerper van apparaten of constructies

   ▸ Broersma was bij de bouw van het stadion de hoofdconstructeur en verantwoordelijk voor de constructieve berekeningen van het gebouw. Met de constructie van het stadion, die bestaat uit 48 stalen spanten en een golvend dak, was volgens hem niets mis. "Het blijft natuurlijk speculeren, maar als ik naar de foto kijk, zie ik dat het dak in één geheel naar beneden is gekomen. Dat betekent dat het ergens bij een kritieke verbinding is misgegaan." En dat zit hem dan in details, zegt hij. "Het zou kunnen dat er ergens een aantal bouten niet goed is vastgedraaid."^[1]

   ▸ Volgens de onderzoekers is er onvoldoende samenhang in de constructie. Daardoor ontstaan scheuren. En door deze scheurvorming bestaat de constructie in toenemende mate uit onsamenhangende delen, aldus het rapport. De gevel en de vloeren zijn niet gekoppeld, en dat is gevaarlijk bij aardbevingen en brand, aldus de onderzoekers. Verder worden wanden te hoog belast en hebben pilaren onvoldoende draagkracht. Door dit alles komen er steeds meer scheuren en wordt de constructie steeds zwakker.De hoofdconstructeur is het met de uitkomsten van het onderzoek overigens niet eens.^[2]

• Het woord 'hoofdconstructeur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.