hoppa

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hoppa. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hoppa, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hoppa in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hoppa is hier. De definitie van het woord hoppa zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhoppa, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hop·pa

klanknabootsing door de oplopende toonhoogte waarmee de eerste lettergreep wordt uitgesproken

hoppa

  • hopla, uitroep bij een korte beweging omhoog


  • Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord hoppa
Naar frequentie 5792
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
hoppa hoppaði hoppaðum hoppað
volledig

hoppa

  1. springen



  • hop·pa
Naar frequentie 25679

hoppa

  1. zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppe

har hoppa

  1. zwakke verbuiging voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppe

hoppa

  1. zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hoppe

hoppa

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van hopp

hoppa

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van hoppe


  • hop·pa

hoppa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast hoppe, zie aldaar

hoppa

  1. zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppa

har hoppa

  1. zwakke verbuiging voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppa

hoppa

  1. zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hoppe

hoppa

  1. zwakke verbuiging gebiedende wijs van hoppa

hoppa

  1. zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppe

har hoppa

  1. zwakke verbuiging voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppe

hoppa

  1. zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hoppe

hoppa

  1. zwakke verbuiging gebiedende wijs van hoppe

hoppa

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van hopp

hoppa

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van hoppe

hoppa

  1. verouderde spelling of vorm van hoppe tot 2012 [1]
(nominatief onbepaalde vrouwelijke vorm enkelvoud van hoppe)
  1. Taalhervorming vanaf 1 augustus 2012:
    Ny rettskriving for 2000-talet, punt 3.1.4 (in het Nynorsk)


  • hop·pa
  • Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord hoppa
Naar frequentie 580
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
hoppa
hoppade
hoppad
volledig

hoppa

  1. springen