huiler

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huiler. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huiler, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huiler in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huiler is hier. De definitie van het woord huiler zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuiler, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
2. Een huiler op het strand.
  • hui·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord huiler huilers
verkleinwoord

de huilerm

  1. iemand die huilt
    • Tja, 'Love story'. Film en boek groeiden indertijd uit tot klassiekers die tot twee kampen leidden: de huilers en de haters. Het fondantzoete verhaal over de gedoemde liefde tussen de rijke Harvard-'prep'Oliver ('kakker'in de vertaling van Jan Rot) en het arme meisje Jenny, van Italiaanse komaf, zorgde in elk geval voor een internationale opleving in de tissue-industrie.[3] 
  2. (dierkunde) jonge zeehond die op het strand of op het wad ligt en zijn moeder is kwijtgeraakt
    • De zeehondencrèche in Pieterburen wordt overspoeld met huilers, jonge zeehonden die hun moeder zijn kwijtgeraakt. Dat bevestigt Daniella van Gennep van de Zeehondencrèche zaterdag.[4] 
  3. (militair) marinier in opleiding die niet kan werken onder gezag of tijdsdruk
    • Zoals voetbalcoach Leo Beenhakker enige tijd geleden repte over ‘de patatgeneratie’, zo wordt bij de opleiders van de mariniers gesproken over de generatie van de ‘huilers’. (Nieuwe Revu, 13/12/1990)[5] 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[6]