implantaat

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord implantaat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord implantaat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je implantaat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord implantaat is hier. De definitie van het woord implantaat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanimplantaat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een heupimplantaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·plan·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord implantaat implantaten
verkleinwoord implantaatje implantaatjes

Zelfstandig naamwoord

het implantaato

  1. (medisch) een stof, voorwerp, toestel etc. dat in een lichaam wordt aangebracht
    • Een pacemaker is een implantaat. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be