vervoeging van de bedrijvende vorm van implementeren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | implementeren | te implementeren | ||||||||
toekomend | zullen implementeren | te zullen implementeren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geïmplementeerd | te hebben geïmplementeerd | ||||||||
toekomend | geïmplementeerd zullen hebben | geïmplementeerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
implementerend | geïmplementeerd | ev. implementeer |
mv. verouderd implementeert |
implementere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | implementeer | implementeert | implementeert | implementeert | implementeert | implementeren | implementeren | implementeren | |||
verleden (o.v.t.) | implementeerde | implementeerde | implementeerde | implementeerde | implementeerde | implementeerden | implementeerden | implementeerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal implementeren | zult/zal implementeren | zult/zal implementeren | zult implementeren | zal implementeren | zullen implementeren | zullen implementeren | zullen implementeren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou implementeren | zou implementeren | zou(dt) implementeren | zoudt implementeren | zou implementeren | zouden implementeren | zouden implementeren | zouden implementeren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geïmplementeerd | hebt geïmplementeerd | hebt/heeft geïmplementeerd | hebt geïmplementeerd | heeft geïmplementeerd | hebben geïmplementeerd | hebben geïmplementeerd | hebben geïmplementeerd | |||
verleden (v.v.t.) | had geïmplementeerd | had geïmplementeerd | had geïmplementeerd | hadt geïmplementeerd | had geïmplementeerd | hadden geïmplementeerd | hadden geïmplementeerd | hadden geïmplementeerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïmplementeerd hebben | zal/zult geïmplementeerd hebben | zult/zal geïmplementeerd hebben | zult geïmplementeerd hebben | zal geïmplementeerd hebben | zullen geïmplementeerd hebben | zullen geïmplementeerd hebben | zullen geïmplementeerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïmplementeerd hebben | zou geïmplementeerd hebben | zou/zoudt geïmplementeerd hebben | zoudt geïmplementeerd hebben | zou geïmplementeerd hebben | zouden geïmplementeerd hebben | zouden geïmplementeerd hebben | zouden geïmplementeerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geïmplementeerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geïmplementeerd | er is geïmplementeerd | |||||||||
verleden | er werd geïmplementeerd | er was geïmplementeerd | |||||||||
toekomend | er zal geïmplementeerd worden | er zal geïmplementeerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geïmplementeerd worden | er zou geïmplementeerd zijn | |||||||||
lijdende vorm geïmplementeerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geïmplementeerd worden | geïmplementeerd te worden | ||||||||
toekomend | geïmplementeerd zullen worden | geïmplementeerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geïmplementeerd zijn | geïmplementeerd te zijn | ||||||||
toekomend | geïmplementeerd zullen zijn | geïmplementeerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geïmplementeerd | wordt geïmplementeerd | wordt geïmplementeerd | wordt geïmplementeerd | wordt geïmplementeerd | worden geïmplementeerd | worden geïmplementeerd | worden geïmplementeerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geïmplementeerd | werd geïmplementeerd | werd geïmplementeerd | werdt geïmplementeerd | werd geïmplementeerd | werden geïmplementeerd | werden geïmplementeerd | werden geïmplementeerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geïmplementeerd worden | zult geïmplementeerd worden | zult geïmplementeerd worden | zult geïmplementeerd worden | zal geïmplementeerd worden | zullen geïmplementeerd worden | zullen geïmplementeerd worden | zullen geïmplementeerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geïmplementeerd worden | zou geïmplementeerd worden | zou/zoudt geïmplementeerd worden | zoudt geïmplementeerd worden | zou geïmplementeerd worden | zouden geïmplementeerd worden | zouden geïmplementeerd worden | zouden geïmplementeerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geïmplementeerd | bent geïmplementeerd | bent/is geïmplementeerd | zijt geïmplementeerd | is geïmplementeerd | zijn geïmplementeerd | zijn geïmplementeerd | zijn geïmplementeerd | |||
verleden (v.v.t.) | was geïmplementeerd | was geïmplementeerd | was geïmplementeerd | waart geïmplementeerd | was geïmplementeerd | waren geïmplementeerd | waren geïmplementeerd | waren geïmplementeerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïmplementeerd zijn | zult geïmplementeerd zijn | zult geïmplementeerd zijn | zult geïmplementeerd zijn | zal geïmplementeerd zijn | zullen geïmplementeerd zijn | zullen geïmplementeerd zijn | zullen geïmplementeerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïmplementeerd zijn | zou geïmplementeerd zijn | zou/zoudt geïmplementeerd zijn | zoudt geïmplementeerd zijn | zou geïmplementeerd zijn | zouden geïmplementeerd zijn | zouden geïmplementeerd zijn | zouden geïmplementeerd zijn |