imponere

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord imponere. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord imponere, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je imponere in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord imponere is hier. De definitie van het woord imponere zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanimponere, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • im·po·ne·re
vervoeging van
imponeren

imponere

  1. aanvoegende wijs van imponeren


  • IPA: /ɪmˈpoːnerə/
  • IPA: /ɪmˈpoːneːrə/
  • im·po·ne·re
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
imponere impono imposui impositum
derde vervoeging volledig

imponere

  1. zetten op, plaatsen op
  2. opleggen
impōnere
  1. (onbepaalde wijs) plaatsen op
  2. (2e persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd, lijdende vorm van de aantonende) jij wordt geplaatst op
  3. (2e persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd, lijdende vorm van de gebiedende wijs) word geplaatst op
impōnēre
  1. (2e persoon enkelvoud, toekomstige tijd, lijdende vorm van de aantonende wijs) jij zal worden geplaatst op


  • im·po·ne·re
  • Ontleend aan het Latijnse werkwoord imponere
  • Noors werkwoord met het voorvoegsel im- en met het achtervoegsel -ere
Naar frequentie 5813
vervoeging
onbepaalde wijs imponere
tegenwoordige tijd imponerer
verleden tijd imponerte
voltooid
deelwoord
imponert
onvoltooid
deelwoord
imponerende
lijdende vorm imponeres
gebiedende wijs imponer
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

imponere

  1. imponeren, indruk maken op
    «Hans kunnskaper imponerte oss.»
    Zijn kennis imponeerde ons.



  • im·po·ne·re
  • Ontleend aan het Latijnse werkwoord imponere
  • Noors werkwoord met het voorvoegsel im- en met het achtervoegsel -ere
vervoeging
onbepaalde wijs imponere
imponera
tegenwoordige tijd imponerer
verleden tijd imponerte
voltooid
deelwoord
imponert
onvoltooid
deelwoord
imponerande
lijdende vorm imponerast
gebiedende wijs imponer
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

imponere

  1. imponeren, indruk maken op
    «Flammeslukar imponerte publikum.»
    De vuurvreter imponeerde het publiek.