inbezitneming

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inbezitneming. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inbezitneming, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inbezitneming in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inbezitneming is hier. De definitie van het woord inbezitneming zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninbezitneming, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·be·zit·ne·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inbezitneming inbezitnemingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de inbezitnemingv

  1. iets gaan behandelen alsof het jou toebehoort
     Het trekken van een cirkel is een praktijk die door de magiërs sinds de Oudheid uitgevoerd werd met drie mogelijke bedoelingen. Volgens Psellus betekent het trekken ervan een inbezitneming: wat aldus ingesloten wordt, blijft erdoor ‘vastgemaakt’ en aan de wil van de bezweerder onderworpen.
     Zeker toen imperialisme een algemeen verschijnsel werd, het bezit van delfstoffen sterk in belang toenam en de Kongo-akte van het congres van Berlijn (1885) de regels voor het verwerven van koloniën ging bepalen, voelde men de noodzaak van zo'n legitimering, vooral voor Nederland met zijn formeel uitgebreid maar feitelijk onduidelijk omschreven koloniaal rijk. Het recht van occupatie en de voor Afrika vastgestelde regels voor inbezitneming waren immers ook voor delen van de Archipel niet zonder relevantie.
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 februari 2024 Weblink bron
    Willy L. Braekman
    “Middeleeuwse witte en zwarte magie in het Nederlands taalgebied.” (1997), Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent, ISBN 907247421X, p. 452
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 februari 2024 Weblink bron
    Remieg Aerts
    “De letterheren. Liberale cultuur in de negentiende eeuw: het tijdschrift De Gids.” (1997), Meulenhoff, Amsterdam, ISBN 9029051884, p. 447