vervoeging van het Spaanse werkwoord ingresar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) ingresar ingresado...
ingresare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van ingresar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
ingresaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van ingresar...
ingresaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van ingresar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van ingresar...
ingresamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ingresar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van ingresar...
tegenwoordige tijd (presente) van ingresar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ingresar gebiedende wijs (bevestigend...
ingresaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ingresar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ingresar...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ingresar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ingresar...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ingresar gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ingresar...