vervoeging van de bedrijvende vorm van interviewen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | interviewen | te interviewen | ||||||||
toekomend | zullen interviewen | te zullen interviewen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geïnterviewd | te hebben geïnterviewd | ||||||||
toekomend | geïnterviewd zullen hebben | geïnterviewd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
interviewend | geïnterviewd | ev. interview |
mv. verouderd interviewt |
interviewe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | interview | interviewt | interviewt | interviewt | interviewt | interviewen | interviewen | interviewen | |||
verleden (o.v.t.) | interviewde | interviewde | interviewde | interviewde | interviewde | interviewden | interviewden | interviewden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal interviewen | zult/zal interviewen | zult/zal interviewen | zult interviewen | zal interviewen | zullen interviewen | zullen interviewen | zullen interviewen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou interviewen | zou interviewen | zou(dt) interviewen | zoudt interviewen | zou interviewen | zouden interviewen | zouden interviewen | zouden interviewen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geïnterviewd | hebt geïnterviewd | hebt/heeft geïnterviewd | hebt geïnterviewd | heeft geïnterviewd | hebben geïnterviewd | hebben geïnterviewd | hebben geïnterviewd | |||
verleden (v.v.t.) | had geïnterviewd | had geïnterviewd | had geïnterviewd | hadt geïnterviewd | had geïnterviewd | hadden geïnterviewd | hadden geïnterviewd | hadden geïnterviewd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïnterviewd hebben | zal/zult geïnterviewd hebben | zult/zal geïnterviewd hebben | zult geïnterviewd hebben | zal geïnterviewd hebben | zullen geïnterviewd hebben | zullen geïnterviewd hebben | zullen geïnterviewd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïnterviewd hebben | zou geïnterviewd hebben | zou/zoudt geïnterviewd hebben | zoudt geïnterviewd hebben | zou geïnterviewd hebben | zouden geïnterviewd hebben | zouden geïnterviewd hebben | zouden geïnterviewd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geïnterviewd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geïnterviewd | er is geïnterviewd | |||||||||
verleden | er werd geïnterviewd | er was geïnterviewd | |||||||||
toekomend | er zal geïnterviewd worden | er zal geïnterviewd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geïnterviewd worden | er zou geïnterviewd zijn | |||||||||
lijdende vorm geïnterviewd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geïnterviewd worden | geïnterviewd te worden | ||||||||
toekomend | geïnterviewd zullen worden | geïnterviewd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geïnterviewd zijn | geïnterviewd te zijn | ||||||||
toekomend | geïnterviewd zullen zijn | geïnterviewd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geïnterviewd | wordt geïnterviewd | wordt geïnterviewd | wordt geïnterviewd | wordt geïnterviewd | worden geïnterviewd | worden geïnterviewd | worden geïnterviewd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geïnterviewd | werd geïnterviewd | werd geïnterviewd | werdt geïnterviewd | werd geïnterviewd | werden geïnterviewd | werden geïnterviewd | werden geïnterviewd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geïnterviewd worden | zult geïnterviewd worden | zult geïnterviewd worden | zult geïnterviewd worden | zal geïnterviewd worden | zullen geïnterviewd worden | zullen geïnterviewd worden | zullen geïnterviewd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geïnterviewd worden | zou geïnterviewd worden | zou/zoudt geïnterviewd worden | zoudt geïnterviewd worden | zou geïnterviewd worden | zouden geïnterviewd worden | zouden geïnterviewd worden | zouden geïnterviewd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geïnterviewd | bent geïnterviewd | bent/is geïnterviewd | zijt geïnterviewd | is geïnterviewd | zijn geïnterviewd | zijn geïnterviewd | zijn geïnterviewd | |||
verleden (v.v.t.) | was geïnterviewd | was geïnterviewd | was geïnterviewd | waart geïnterviewd | was geïnterviewd | waren geïnterviewd | waren geïnterviewd | waren geïnterviewd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïnterviewd zijn | zult geïnterviewd zijn | zult geïnterviewd zijn | zult geïnterviewd zijn | zal geïnterviewd zijn | zullen geïnterviewd zijn | zullen geïnterviewd zijn | zullen geïnterviewd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïnterviewd zijn | zou geïnterviewd zijn | zou/zoudt geïnterviewd zijn | zoudt geïnterviewd zijn | zou geïnterviewd zijn | zouden geïnterviewd zijn | zouden geïnterviewd zijn | zouden geïnterviewd zijn |