joel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord joel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord joel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je joel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord joel is hier. De definitie van het woord joel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanjoel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • joel
vervoeging van
joelen

joel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joelen
    • Ik joel. 
  2. gebiedende wijs van joelen
    • Joel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joelen
    • Joel je? 


  • joel

joel

  1. (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
  2. (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
  1. Christfest, juulfeest, juultyd, kaarst, käärstmissen, karsemes, karst, kärst, karsttied, kas, kasfees, kast, kastdaegen, kastfeest, kastmis, kerst, kìrst,kìrsttied, midwinter, mirreweenter, Wiehnacht, Wiehnachten, Wiehnachtstied, wienachten, wienachtstied
  2. Juulfest, midwinter


  • joel

joel

  1. (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
  2. (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
  1. juulfeest, juultyd, karst, kas, kast
  2. midwinter