Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
knuse. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
knuse, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
knuse in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
knuse is hier. De definitie van het woord
knuse zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
knuse, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord knosa
knuse
- overgankelijk stukslaan, vermorzelen (bijvoorbeeld een glas, een schotel, een vaas, porselein)
- overgankelijk fijnmalen, kleinmaken, verbrijzelen , vergruizen (bijvoorbeeld een pepperkorrel of stenen)
- overgankelijk vernielen, kapotmaken, ruïneren
- overgankelijk, (figuurlijk) verpletteren (om oordeel of kritiek)
- overgankelijk, (figuurlijk) breken
- «Han knuste mange pikehjerter.»
- Hij brak veel meisjesharten.
- overgankelijk neerslaan (een opstand)
- «Politiet knuste opprøret.»
- De politie won over de opstand.
- overgankelijk overwinnen, verslaan (een tegenstander)
- overgankelijk, (sport) kloppen, verpletteren, verslaan
- «Portugal knuste VM-vinner Spania og vant 4-0 i onsdagens landskamp.»
- Portugal verpletterde de wereldkampioenschapwinnaar Spanje en won 4-0 in de landenwedstrijd van woensdag.
- onovergankelijk, (informeel) stukbreken
- Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord knosa.
knuse
- overgankelijk stukslaan, vermorzelen (bijvoorbeeld een glas, een schotel, een vaas, porselein)
- overgankelijk fijnmalen, kleinmaken, verbrijzelen , vergruizen (bijvoorbeeld een pepperkorrel of stenen)
- overgankelijk vernielen, kapotmaken, ruïneren
- overgankelijk, (figuurlijk) verpletteren (om oordeel of kritiek)
- overgankelijk, (figuurlijk) breken
- overgankelijk neerslaan (een opstand)
- overgankelijk overwinnen, verslaan (een tegenstander)
- overgankelijk, (sport) kloppen, verpletteren, verslaan
- onovergankelijk, (informeel) stukbreken