koudjes

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koudjes. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koudjes, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koudjes in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koudjes is hier. De definitie van het woord koudjes zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoudjes, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • koud·jes

koudjes

  1. met weinig emotie
    • Hierocles lachte koudjes, gelukkig om hun ijverzucht. Hij had in Emessa gezien den razend verlangenden hartstocht der verliefde Menigte, als de Hoogepriester van de Zon dànste voor den Zwarten Steen. [1] 
75 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]
  1. (1905-1906)–Louis Couperus De berg van licht
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be