vervoeging van de bedrijvende vorm van kristalliseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | kristalliseren | te kristalliseren | ||||||||
toekomend | zullen kristalliseren | te zullen kristalliseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] gekristalliseerd | te hebben[1]/zijn[2] gekristalliseerd | ||||||||
toekomend | gekristalliseerd zullen hebben[1]/zijn[2] | gekristalliseerd te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
kristalliserend | gekristalliseerd | ev. kristalliseer |
mv. verouderd kristalliseert |
kristallisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | kristalliseer | kristalliseert | kristalliseert | kristalliseert | kristalliseert | kristalliseren | kristalliseren | kristalliseren | |||
verleden (o.v.t.) | kristalliseerde | kristalliseerde | kristalliseerde | kristalliseerde | kristalliseerde | kristalliseerden | kristalliseerden | kristalliseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal kristalliseren | zult/zal kristalliseren | zult/zal kristalliseren | zult kristalliseren | zal kristalliseren | zullen kristalliseren | zullen kristalliseren | zullen kristalliseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou kristalliseren | zou kristalliseren | zou(dt) kristalliseren | zoudt kristalliseren | zou kristalliseren | zouden kristalliseren | zouden kristalliseren | zouden kristalliseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm gekristalliseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gekristalliseerd | er is gekristalliseerd | |||||||||
verleden | er werd gekristalliseerd | er was gekristalliseerd | |||||||||
toekomend | er zal gekristalliseerd worden | er zal gekristalliseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gekristalliseerd worden | er zou gekristalliseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gekristalliseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gekristalliseerd worden | gekristalliseerd te worden | ||||||||
toekomend | gekristalliseerd zullen worden | gekristalliseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gekristalliseerd zijn | gekristalliseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gekristalliseerd zullen zijn | gekristalliseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gekristalliseerd | wordt gekristalliseerd | wordt gekristalliseerd | wordt gekristalliseerd | wordt gekristalliseerd | worden gekristalliseerd | worden gekristalliseerd | worden gekristalliseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gekristalliseerd | werd gekristalliseerd | werd gekristalliseerd | werdt gekristalliseerd | werd gekristalliseerd | werden gekristalliseerd | werden gekristalliseerd | werden gekristalliseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gekristalliseerd worden | zult gekristalliseerd worden | zult gekristalliseerd worden | zult gekristalliseerd worden | zal gekristalliseerd worden | zullen gekristalliseerd worden | zullen gekristalliseerd worden | zullen gekristalliseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gekristalliseerd worden | zou gekristalliseerd worden | zou/zoudt gekristalliseerd worden | zoudt gekristalliseerd worden | zou gekristalliseerd worden | zouden gekristalliseerd worden | zouden gekristalliseerd worden | zouden gekristalliseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gekristalliseerd | bent gekristalliseerd | bent/is gekristalliseerd | zijt gekristalliseerd | is gekristalliseerd | zijn gekristalliseerd | zijn gekristalliseerd | zijn gekristalliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gekristalliseerd | was gekristalliseerd | was gekristalliseerd | waart gekristalliseerd | was gekristalliseerd | waren gekristalliseerd | waren gekristalliseerd | waren gekristalliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekristalliseerd zijn | zult gekristalliseerd zijn | zult gekristalliseerd zijn | zult gekristalliseerd zijn | zal gekristalliseerd zijn | zullen gekristalliseerd zijn | zullen gekristalliseerd zijn | zullen gekristalliseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekristalliseerd zijn | zou gekristalliseerd zijn | zou/zoudt gekristalliseerd zijn | zoudt gekristalliseerd zijn | zou gekristalliseerd zijn | zouden gekristalliseerd zijn | zouden gekristalliseerd zijn | zouden gekristalliseerd zijn |