lef

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lef. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lef, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lef in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lef is hier. De definitie van het woord lef zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlef, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lef
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: moed’ voor het eerst aangetroffen in 1860.
  • Herkomst: Jiddisch לבֿ‎ (leyv), uit Hebreeuws לב‎ (lev) “hart”.
  • Nevenvorm van laf, voor het eerst aangetroffen bij Kiliaan.
enkelvoud meervoud
naamwoord lef -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

lef o of m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (spreektaal) durf, branie, moed
    • Je moet het lef maar hebben! 
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Het gore lef hebben
Op een erg ongepaste manier het lef hebben

Bijvoeglijk naamwoord

lef

  1. (verouderd) slap
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Verwijzingen