lessing
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lessing. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lessing, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lessing in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lessing is hier. De definitie van het woord lessing zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlessing, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- les·sing
- naamwoord van handeling van lessen met het achtervoegsel -ing[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | lessing | lessingen |
| verkleinwoord |
de lessing v
- het met vocht de dorst beëindigen
- ▸ Natuur, voor hem (eilaas!) met dubblen vloek beladen,
Biedt slechts verdelging aan by 't rookend broederbloed.
Geen bron heeft laafnis meer tot lessing van zijn gloed;
Geen vrucht, geen bezie, sap, zijn dorre tong te baden! -- 1827[2]
- ▸ Natuur, voor hem (eilaas!) met dubblen vloek beladen,
- (figuurlijk) het bevredigen van een behoefte
- Het woord 'lessing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lessing" herkend door:
| 33 % | van de Nederlanders; |
| 35 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Bilderdijk“Kaïn in: Avondschemering”, dbnl (1827), p. 102 - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
