levensmoeheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord levensmoeheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord levensmoeheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je levensmoeheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord levensmoeheid is hier. De definitie van het woord levensmoeheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlevensmoeheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • le·vens·moe·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord levensmoeheid
verkleinwoord

de levensmoeheidv [1]

  1. het niet meer willen leven
     In verveling en levensmoeheid, daarin begon de zachte dood al.[2]
     "Ik heb een vorm van levensmoeheid. Ik heb het leven eigenlijk nooit leuk gevonden", zegt Kock. "Vertel me: wat is er leuk aan het leven? Het is toch een constant gevecht? Daar heb ik helemaal geen zin meer in."[3]
     Het gaat niet goed met de mentale gezondheid van studenten: meer dan de helft ervaart psychische klachten. Er is sprake van overmatig alcoholgebruik en risicovol middelengebruik en een kwart ervaart klachten van levensmoeheid.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  3. Bronlink geraadpleegd op 7 maart 2022 Weblink bron “Het verhaal van Martin Kock: ik wil nu dood” (03-03-2017), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 7 maart 2022 Weblink bron
    Raounak Khaddari
    “Studenten staan zwaar onder druk: kwart ervaart klachten van levensmoeheid” (11 november 2021), Het Parool