Niet te verwarren met: leiden/vervoeging |
vervoeging van de bedrijvende vorm van lijden | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | lijden | te lijden | ||||||
toekomend | zullen lijden | te zullen lijden | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geleden | te hebben geleden | ||||||
toekomend | geleden zullen hebben | geleden te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
lijdend | geleden | ev. lijd |
mv. verouderd lijdt |
lijde | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | lijd | lijdt | lijdt | lijdt | lijdt | lijden | lijden | lijden | |
verleden (o.v.t.) | leed | leed | leed | leedt | leed | leden | leden | leden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal lijden | zult/zal lijden | zult/zal lijden | zult lijden | zal lijden | zullen lijden | zullen lijden | zullen lijden | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou lijden | zou lijden | zou(dt) lijden | zoudt lijden | zou lijden | zouden lijden | zouden lijden | zouden lijden | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geleden | hebt geleden | hebt/heeft geleden | hebt geleden | heeft geleden | hebben geleden | hebben geleden | hebben geleden | |
verleden (v.v.t.) | had geleden | had geleden | had geleden | hadt geleden | had geleden | hadden geleden | hadden geleden | hadden geleden | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geleden hebben | zal/zult geleden hebben | zult/zal geleden hebben | zult geleden hebben | zal geleden hebben | zullen geleden hebben | zullen geleden hebben | zullen geleden hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geleden hebben | zou geleden hebben | zou/zoudt geleden hebben | zoudt geleden hebben | zou geleden hebben | zouden geleden hebben | zouden geleden hebben | zouden geleden hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm geleden worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt geleden | er is geleden | |||||||
verleden | er werd geleden | er was geleden | |||||||
toekomend | er zal geleden worden | er zal geleden zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou geleden worden | er zou geleden zijn |