loop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord loop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord loop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je loop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord loop is hier. De definitie van het woord loop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanloop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • loop
enkelvoud meervoud
naamwoord loop lopen
verkleinwoord loopje loopjes

de loopm

  1. voorste deel van een wapen
  2. route van een rivier
  3. voortgang.
    • In de loop van de avond. 
    • In de loop van het gesprek. 
     Kritisch te kijken naar wie je bent geworden en te reflecteren op de minder fraaie eigenschappen die er in de loop van de jaren zijn ingeslopen.[1]
     Was Harald ronduit slecht, een duivel in mensengedaante die je zijn eigen ondergang tegemoet moest laten gaan? Een gruwelijke gedachte, maar als je je gedachten de vrije loop liet kon er van alles bovenkomen.[2]
  4. het lopen of hardlopen
vervoeging van
lopen

loop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lopen
    • Ik loop. 
  2. gebiedende wijs van lopen
    • Loop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lopen
    • Loop je? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be