maf

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord maf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord maf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je maf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord maf is hier. De definitie van het woord maf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmaf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • maf
  • in de betekenis ‘gek’ voor het eerst aangetroffen in 1731 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen maf maffer mafst
verbogen maffe maffere mafste
partitief mafs maffers -

maf

  1. (Jiddisch-Hebreeuws), (informeel), (spreektaal) gek, vreemd, onverwacht, ongebruikelijk, raar
    • Hij had een bepaald maffe hoed op. 
    • Gister deed-ie zoiets mafs dat ik m'n lachen bijna niet in kon houden. 
stellend vergrotend overtreffend
maf maffer mafst


maf

  1. op een vreemde, onverwachte, ongebruikelijke, rare manier
    • Sinds zijn blessure loopt hij echt nog maffer. 
vervoeging van
maffen

maf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maffen
    • Ik maf. 
  2. gebiedende wijs van maffen
    • Maf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maffen
    • Maf je? 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]