Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
manken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
manken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
manken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
manken is hier. De definitie van het woord
manken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
manken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
manken
- ergatief moeizaam lopen door een aandoening aan één been
- Moeder ging toen in het dorp wonen omdat vader bij de wagenmaker werkte, maar hij moest naar de oorlog en na 4 jaar aan de IJzer gevochten te hebben keerde hij terug met een schotwonde aan het been, hij zou zijn leven lang wat blijven manken, maar dat zag men bijna niet, alleen als hij wat lang gezeten had... [2]
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de manken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord manke
- Blinden, doven, kreupelen en manken, hij kan ze allemaal genezen. Nergens zullen ze een betere heelmeester vinden. [3]
63 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[4]
|
manken
- overgankelijk kwetsen, verminken, minder maken
manken
- (beroep) mannequin, model, fotomodel
- mannequin, paspop, etalagepop
- mannequin, ledenpop (door kunstenaars gebruikte houten pop met beweegbare ledematen)