vervoeging van de bedrijvende vorm van marginaliseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | marginaliseren | te marginaliseren | ||||||||
toekomend | zullen marginaliseren | te zullen marginaliseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gemarginaliseerd | te hebben gemarginaliseerd | ||||||||
toekomend | gemarginaliseerd zullen hebben | gemarginaliseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
marginaliserend | gemarginaliseerd | ev. marginaliseer |
mv. verouderd marginaliseert |
marginalisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | marginaliseer | marginaliseert | marginaliseert | marginaliseert | marginaliseert | marginaliseren | marginaliseren | marginaliseren | |||
verleden (o.v.t.) | marginaliseerde | marginaliseerde | marginaliseerde | marginaliseerde | marginaliseerde | marginaliseerden | marginaliseerden | marginaliseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal marginaliseren | zult/zal marginaliseren | zult/zal marginaliseren | zult marginaliseren | zal marginaliseren | zullen marginaliseren | zullen marginaliseren | zullen marginaliseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou marginaliseren | zou marginaliseren | zou(dt) marginaliseren | zoudt marginaliseren | zou marginaliseren | zouden marginaliseren | zouden marginaliseren | zouden marginaliseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gemarginaliseerd | hebt gemarginaliseerd | hebt/heeft gemarginaliseerd | hebt gemarginaliseerd | heeft gemarginaliseerd | hebben gemarginaliseerd | hebben gemarginaliseerd | hebben gemarginaliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gemarginaliseerd | had gemarginaliseerd | had gemarginaliseerd | hadt gemarginaliseerd | had gemarginaliseerd | hadden gemarginaliseerd | hadden gemarginaliseerd | hadden gemarginaliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gemarginaliseerd hebben | zal/zult gemarginaliseerd hebben | zult/zal gemarginaliseerd hebben | zult gemarginaliseerd hebben | zal gemarginaliseerd hebben | zullen gemarginaliseerd hebben | zullen gemarginaliseerd hebben | zullen gemarginaliseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gemarginaliseerd hebben | zou gemarginaliseerd hebben | zou/zoudt gemarginaliseerd hebben | zoudt gemarginaliseerd hebben | zou gemarginaliseerd hebben | zouden gemarginaliseerd hebben | zouden gemarginaliseerd hebben | zouden gemarginaliseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gemarginaliseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gemarginaliseerd | er is gemarginaliseerd | |||||||||
verleden | er werd gemarginaliseerd | er was gemarginaliseerd | |||||||||
toekomend | er zal gemarginaliseerd worden | er zal gemarginaliseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gemarginaliseerd worden | er zou gemarginaliseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gemarginaliseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gemarginaliseerd worden | gemarginaliseerd te worden | ||||||||
toekomend | gemarginaliseerd zullen worden | gemarginaliseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gemarginaliseerd zijn | gemarginaliseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gemarginaliseerd zullen zijn | gemarginaliseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gemarginaliseerd | wordt gemarginaliseerd | wordt gemarginaliseerd | wordt gemarginaliseerd | wordt gemarginaliseerd | worden gemarginaliseerd | worden gemarginaliseerd | worden gemarginaliseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gemarginaliseerd | werd gemarginaliseerd | werd gemarginaliseerd | werdt gemarginaliseerd | werd gemarginaliseerd | werden gemarginaliseerd | werden gemarginaliseerd | werden gemarginaliseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gemarginaliseerd worden | zult gemarginaliseerd worden | zult gemarginaliseerd worden | zult gemarginaliseerd worden | zal gemarginaliseerd worden | zullen gemarginaliseerd worden | zullen gemarginaliseerd worden | zullen gemarginaliseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gemarginaliseerd worden | zou gemarginaliseerd worden | zou/zoudt gemarginaliseerd worden | zoudt gemarginaliseerd worden | zou gemarginaliseerd worden | zouden gemarginaliseerd worden | zouden gemarginaliseerd worden | zouden gemarginaliseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gemarginaliseerd | bent gemarginaliseerd | bent/is gemarginaliseerd | zijt gemarginaliseerd | is gemarginaliseerd | zijn gemarginaliseerd | zijn gemarginaliseerd | zijn gemarginaliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gemarginaliseerd | was gemarginaliseerd | was gemarginaliseerd | waart gemarginaliseerd | was gemarginaliseerd | waren gemarginaliseerd | waren gemarginaliseerd | waren gemarginaliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gemarginaliseerd zijn | zult gemarginaliseerd zijn | zult gemarginaliseerd zijn | zult gemarginaliseerd zijn | zal gemarginaliseerd zijn | zullen gemarginaliseerd zijn | zullen gemarginaliseerd zijn | zullen gemarginaliseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gemarginaliseerd zijn | zou gemarginaliseerd zijn | zou/zoudt gemarginaliseerd zijn | zoudt gemarginaliseerd zijn | zou gemarginaliseerd zijn | zouden gemarginaliseerd zijn | zouden gemarginaliseerd zijn | zouden gemarginaliseerd zijn |