merk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord merk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord merk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je merk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord merk is hier. De definitie van het woord merk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • merk
  • In de betekenis van ‘teken’ voor het eerst aangetroffen in 1323 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord merk merken
verkleinwoord merkje merkjes

het merko

  1. een kenteken aangebracht ter identificatie van iets, (merkteken, teken)
    • Je kunt dat merkje er nu wel afhalen. 
  2. (handel) een symbool of naam voor producten van een bepaalde producent of handelsonderneming
    • Die computer is van een vrij onbekend merk. 

  • Een sterk merk
Een merk met veel aanzien
vervoeging van
merken

merk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van merken
    • Ik merk. 
  2. gebiedende wijs van merken
    • Merk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van merken
    • Merk je? 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]