nader

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord nader. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord nader, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je nader in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord nader is hier. De definitie van het woord nader zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannader, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • na·der
  • Zelfstandig geworden vergelijkende trap van na.
stellend
onverbogen nader
verbogen nadere
partitief naders

nader [1]

  1. vanaf geringere afstand of in groter detail uitgevoerd
    • Bij nadere inspectie bleek het toch een ongeluk geweest te zijn. 
  • bij nader inzien
na nauwkeuriger inspectie / na er langer over nagedacht te hebben
•  Bij nader inzien bleken zij vaak ook geen gasstel of pan bij zich te hebben. [2] 
  • nadere inlichtingen inwinnen
meer bijzonderheden opvragen
  • nadere informatie geven
toelichting geven
  • het hemd is nader dan de rok
men denkt toch eerst aan eigen belang
  • Tot nader order
tot een later bevel (oftewel 'voorlopig')

nader

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van na
vervoeging van
naderen

nader

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naderen
    • Ik nader. 
  2. gebiedende wijs van naderen
    • Nader! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naderen
    • Nader je? 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • IPA: /nɑːdər/
  • Afgeleid van het Nederlandse naderen

nader

  1. naderen


nader

  1. erg, zeer


  • na·der

nader

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord nadrat